-
1 plaat
1 [plat/dun stuk] plate 〈 ook kunstgebit〉 ⇒ sheet 〈van dun glas/metaal〉, slab 〈van marmer/steen/beton〉2 [grammofoonplaat] record4 [plaatdrukkerij] plate6 [zandbank] shallow(s)7 [dikke plank] board♦voorbeelden:een glazen plaat • a sheet of glasseen marmeren plaat • a slab of marbleeen stalen plaat • a steel plate2 een plaat draaien/opzetten • put on/play a recordeen plaat uitbrengen • release/bring out a recordop de plaat zetten • recordde plaat poetsen • clear out/off -
2 false
adj. bedriegelijk; voor niets, tevergeefs; ledig; per vergissing; onwaar; gelogen; onecht; liegend; ontrouwfalse1[ fo:ls] 〈bijvoeglijk naamwoord; falser; falseness〉1 onjuist ⇒ fout(ief), verkeerd3 bedrieglijk ⇒ onbetrouwbaar, leugenachtig♦voorbeelden:false start • valse starttrue or false? • waar of onwaar?false bottom • dubbele bodemunder false pretences • onder valse voorwendselsfalse scent • dwaalspoorbe false to one's friends • zijn vrienden ontrouw zijn————————false2〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
3 Zahn
〈m.; Zahn(e)s, Zähne〉♦voorbeelden:künstliche Zähne • valse tanden, kunsttanden〈 figuurlijk〉 an dieser Aufgabe kannst du dir die Zähne ausbeißen • op deze opgave kun je je tanden stukbijtener murmelte etwas zwischen den Zähnen • hij mompelde iets binnensmonds¶ 〈informeel; figuurlijk〉 einen (tollen) Zahn draufhaben • (a) heel snel rijden; (b) flink aan de gang, op dreef zijn〈informeel; figuurlijk〉 einen Zahn zulegen • (a) nog meer gas geven; (b) een schepje er bovenop doen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский